-
1 rain
n. regen, bui--------v. regenenrain1[ reen]1 regen ⇒ regenbui, regenval♦voorbeelden:a rain of blows • een reeks klappena rain of congratulations • een stroom gelukwensen¶ (come) rain or shine • weer of geen weer, onder alle omstandigheden→ right right/II 〈meervoud; the〉————————rain2♦voorbeelden:hospitality rained upon the visitors • de bezoekers werden overladen met gastvrijheid→ rain down rain down/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:〈 informeel〉 the match was rained off/ 〈 Amerikaans-Engels〉 out • de wedstrijd werd afgelast/onderbroken vanwege de regen2 the father rained presents upon his only daughter • de vader overstelpte zijn enige dochter met cadeaus→ rain down rain down/ -
2 the match was rained off/ out
the match was rained off/ outde wedstrijd werd afgelast/onderbroken vanwege de regen -
3 alle wedstrijden zijn afgelast
alle wedstrijden zijn afgelastall matches have been postponed/cancelled/ 〈 vanwege de regen〉 rained outVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > alle wedstrijden zijn afgelast
-
4 wedstrijd
♦voorbeelden:het aantal gewonnen/verloren wedstrijden • the number of games/matches won/losteen onbesliste wedstrijd • a draw/tieeen overgespeelde wedstrijd • a replayeen vastgestelde wedstrijd • a fixtureaan een wedstrijd meedoen • enter a competitioneen wedstrijd bijwonen • attend a matcheen wedstrijd fluiten • referee a matchmet nog twee/drie wedstrijden te spelen • with two/three games (still) to goeen wedstrijd uitschrijven/houden/afgelasten • organize/hold/cancel a matchde wedstrijd werd gestaakt bij de stand 2-0 • the game was abandoned with the score at 2-0een wedstrijd winnen/verliezen • win/lose a match/gamealle wedstrijden zijn afgelast • all matches have been postponed/cancelled/ 〈 vanwege de regen〉 rained out〈 in serie van twee〉 de eerste/tweede wedstrijd • the first/second legde wedstrijd in je zak hebben • have the game in one's pocket/in the bag
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский